Uiteenzetting financiële positie en toelichting

In het BBV is de verplichting vastgesteld dat de gemeenten een geprognosticeerde begin- en eindbalans van het begrotingsjaar opnemen onder de uiteenzetting van de financiële positie.

Het EMU-saldo van het voorafgaande jaar, het actuele begrotingsjaar en het komende jaar is opgenomen in de onderstaande tabel. 

Een positief getal betekent een toename van de boekwaarde en een negatief getal betekent een vermindering van de boekwaarde. 

Arbeidskosten-gerelateerde verplichtingen zijn alle vormen van aan de arbeidsrelatie verbonden rechten op uitkeringen tijdens of na het dienstverband. Het gaat hierbij dus om "normale" jaarlijkse arbeidskosten zoals vakantiedagen, premies en pensioenen. De jaarlijks terugkerende arbeidskosten met een vergelijkbaar volume zijn verwerkt in de baten en lasten van de Meerjarenbegroting 2026 - 2029. Voor deze kosten mag op basis van de bepalingen in het BBV geen voorziening worden gevormd.

De investeringen voor de jaren 2026-2029 zijn opgenomen in bijlage "investeringen en afschrijvingslasten". De investeringen in automatisering, voertuigen en machines en gereedschappen kennen de volgende levensduur:

Ten aanzien van voormalig personeel is een verplichte voorziening ingesteld in 2022. Daarnaast hebben medewerkers vanuit de CAO 2022 de mogelijkheid om verlof te sparen waardoor Meerinzicht verplicht is geweest overeenkomstig de wet- en regelgeving om hiervoor een voorziening te treffen. Ook hebben medewerkers, die aan de voorwaarden voldoen, de mogelijkheid om gebruik te maken van de Regeling Vervroegde Uittreding (RVU). Dit leidt in enkele gevallen ook tot een voorziening, getroffen in boekjaar 2024, maar met een financieel effect in 2026.  Tot slot is de verplichting voor de WGA  voorzien in 2022 wat doorloopt in de Meerjarenbegroting 2026-2029.