Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Inleiding

Terug naar navigatie - Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling - Inleiding

De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), de provincies, de financiële verordening en gemeenten daarvoor geeft.

Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

Terug naar navigatie - Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling - Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balans onderdeel anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Sommige personele lasten worden echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt. Dit is een gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume. Bij deze lasten moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke. 

Materiële vaste activa

Terug naar navigatie - Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling - Materiële vaste activa

De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de vervaardigings- of verkrijgingsprijs, verminderd met de berekende afschrijvingen en eventuele bijdragen van derden. Het nettobedrag wordt door middel van afschrijvingen ten laste van de exploitatie gebracht. De Gemeenschappelijke Regeling past het systeem van lineaire afschrijving toe. Bij dit systeem zijn de periodieke afschrijvingsbedragen jaarlijks gelijk en gebaseerd op de technische en/of economische levensduur van de activa. 

Afschrijvingstermijnen Materiële vast activa I&A

Terug naar navigatie - Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling - Afschrijvingstermijnen Materiële vast activa I&A

In de Bestuursvergadering van 16 februari 2022 zijn de te hanteren afschrijvingstermijn vastgesteld.De gehanteerde afschrijvingstermijnen bedragen in jaren:

Categorie
Omschrijving activum
Levensduur
Informatisering & Automatisering
Verbindingen
20 jaar
Infrastructuur
3 jaar
Infrastructuur Netwerk
5 jaar
Infrastructuur Datacenters
5 jaar
Infrastructuur Clients
5 jaar
Infrastructuur Randapparatuur
5 jaar
Infrastructuur Backend
5 jaar
Infrastructuur Frontend
5 jaar
Software overig
5 jaar
Software BCT Midoffice
10 jaar
Software Unit4 Financials
10 jaar
Telefonie
3 jaar
Voertuigen
Vervoersmiddelen
8 jaar
Machines en gereedschappen
Meetapparatuur
5 jaar
Kantoorinrichting
Bureaustoelen
10 jaar
Omschrijvings activum
Toelichting
Netwerk
Wifi; verbindingen; firewalls; switches; DDI
Datacenters
Airco's; UPS mer & cer; blusgas
Clients
Zero clients; beeldschermen; chromebooks; werkplekken
Randapparatuur
Scanners; av-middelen; schermen; toegangscontrole
Backend
Backend servers; databases; applicatie servers; VMware esx; (exclusief Oracle)
Frontend
Frontend servers; virtuele werkplek

Uitzettingen met rentetypische looptijd korter dan één jaar

Terug naar navigatie - Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling - Uitzettingen met rentetypische looptijd korter dan één jaar

De vorderingen op openbare lichamen en de rekening-courantverhouding met het Rijk worden gewaardeerd tegen nominale waarde. De overige vorderingen worden tegen nominale waarde gewaardeerd.

Liquide middelen

Terug naar navigatie - Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling - Liquide middelen

Deze activa worden tegen nominale waarde gewaardeerd.

Overlopende activa

Terug naar navigatie - Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling - Overlopende activa

Deze activa worden tegen nominale waarde gewaardeerd.

Vaste schulden

Terug naar navigatie - Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling - Vaste schulden

Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met gedane aflossingen. 

Voorziening

Terug naar navigatie - Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling - Voorziening

Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag dan wel contact gemaakt wanneer de tijdswaarde in geld substantieel is van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. Daarbij worden voorzieningen gevormd indien er sprake is van:

  • Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten.
  • Op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs in te schatten is.
  • Kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren.
     
    De vorming van een voorziening, dan wel een dotatie aan een reeds bestaande voorziening, is als een last in het betreffende boekjaar verantwoord. Alle aanwendingen aan voorzieningen zijn rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht en in het verslagjaar niet ten laste van de exploitatie verantwoord.

Vlottende passiva

Terug naar navigatie - Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling - Vlottende passiva

De vlottende passiva worden tegen nominale waarde gewaardeerd.

Algemene grondslagen voor de rechtmatigheidsverantwoording

Terug naar navigatie - Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling - Algemene grondslagen voor de rechtmatigheidsverantwoording

De in de jaarrekening opgenomen rechtmatigheidsverantwoording is opgesteld op basis van de kaders zoals besloten in de financiële verordening en op basis van de kadernota rechtmatigheid. Dat betekent dat: 

  • De rechtmatigheidsverantwoording toeziet op de financiële rechtmatigheid van baten, lasten, balansmutaties, alsmede de baten en lasten inzake de specifieke uitkeringen op grond van art. 17 Financiële-verhoudingswet; 
  • De financiële rechtmatigheid waaronder het voorwaardencriterium, het begrotingscriterium en het misbruik & oneigenlijk gebruik criterium omvat: 
    • Voor het voorwaardencriterium: de norm uit het normenkader zoals door het bestuur is vastgesteld;
    • Voor het begrotingscriterium: dat alle overschrijdingen van lasten en investeringskredieten onrechtmatig zijn, waarbij voor een aantal scenario’s in de financiële verordening is beschreven wanneer deze overschrijdingen acceptabel zijn. Voor over- en onderscheidingen van baten, onderschrijdingen van lasten en onderschrijdingen van investerings- kredieten geldt dat deze als onrechtmatig zijn aangemerkt indien ze niet tijdig aan het bestuur zijn gemeld.
    • Voor het M&O criterium: de nota M&O beleid van onze organisatie is leidend bij het voorkomen en opsporen van misbruik en oneigenlijk gebruik. Omdat alleen bij misbruik sprake is van een onrechtmatigheid zijn eventuele gevallen van misbruik (mits cumulatief met andere fouten of onduidelijkheden boven de verantwoordingsgrens) opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording. 

De rechtmatigheidsverantwoording is opgesteld binnen de kaders van de kadernota rechtmatigheid 2023 van de Commissie Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) alsmede onze eigen financiële verordening. Dit betekent dat:

  • Een verantwoordingsgrens van 3% (zijnde € 1.586.000) is gehanteerd waarboven cumulatieve fouten en onduidelijkheden in de rechtmatigheidsverantwoording worden opgenomen;
  • Een rapporteringstolerantie van € 50.000 is gehanteerd waarboven fouten en onduidelijkheden in de paragraaf bedrijfsvoering worden opgenomen.

Grondslagen voor de resultaatbepaling

Terug naar navigatie - Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling - Grondslagen voor de resultaatbepaling

De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Opbrengsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. De exploitatiekosten van Meerinzicht kunnen worden verdeeld in indirecte (uitvoeringskosten) en directe (programmakosten). Er is geen sprake van een rechtstreeks risico voor Meerinzicht, omdat de brongemeenten het saldo van alle uitgaven en inkomsten voor hun rekening nemen. De verdeling van de kosten vindt plaats op basis van een verrekeningspercentage, welke in onderstaande tabel is opgenomen.

Gemeente
Bedrijfsvoering
Domein Sociaal
Ermelo
34,97%
25,71%
Harderwijk
39,39%
57,26%
Zeewolde
25,64%
17,03%